Crick-Kuntziger Marthe
Biografische elementen
1909-1910 | Studies in Parijs aan de École Nationale des Arts Décoratifs |
1914 | Licentiaat Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Luik |
1919 | Doctoraat Kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Luik |
1919-1920 | Inventarisatie van de collectie tekeningen en grafiek van de stad Luik |
1921 | Geattacheerde bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel |
1930 | Adjunct-conservator bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel |
1935 | Conservator bij de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel |
30.04.1956 | Ere-conservator |
Bibliografie van de auteur
Crick-Kuntziger 1932 = Un fragment de tapisserie de l’Histoire de Thèbes, Belgisch Tijdschrift voor Oudheikunde en Kunstgeschiedenis, 2, 1932, p. 231-237.
Crick-Kuntziger 1933 = Dépôt récent une tapisserie de J.-F. van den Hecke, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis III, 5, 1933, p. 69-71.
Crick-Kuntziger 1934 = La tenture d’Achille d’après Rubens et les tapissiers Jean et François Raes, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis III, 6, 1934, p. 2-12.
Crick-Kuntziger 1934b = Tapisserie de l’histoire de Céladon aux armes des Fourment, Belgisch Tijdschrift voor Oudheikunde en Kunstgeschiedenis IV, 3, 1934, p. 239.
Crick-Kuntziger 1935a = Cinq siècles d’art. Mémorial d’exposition Bruxelles 1935, vol. 2, Brussel, 1935.
Crick-Kuntziger 1935b = Contribution à l’histoire de la tapisserie anversoise les marques et les tentures des Wauters, Belgisch Tijdschrift voor Oudheikunde en Kunstgeschiedenis 5, 1935, p. 35-44.
Crick-Kuntziger 1936a = Marques et signatures de tapissiers bruxellois, Annales de la Société Royale d’Archéologie de Bruxelles XL, 1936, p. 166-183.
Crick-Kuntziger l936b = Eine unveröffentlichte Wandteppichfolge von Peter van Edinghen, alias van Aelst, Pantheon XVII, 1936, p. 193-198.
Crick-Kuntziger 1936c = Importante acquisition : tapisserie brugeoise de 1664, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis 8, 1936, p. 28-33.
Crick-Kuntziger 1938a = Tapisseries de la Genèse d’après Michel Coxcie, Bulletin de la Société Royale d’Archéologie de Bruxelles 1,1, 1938, p. 5-17.
Crick-Kuntziger 1938b = Les cartons de Jordaens du Musée du Louvre et leurs traductions en tapisserie, Annales de la Société Royale d’Archéologie de Bruxelles XLII, 1938, p. 135 – 146.
Crick-Kuntziger 1938c = Tapisseries bruxelloises de l’Histoire de Cérès et Proserpine, Bulletin van het Belgisch Historisch Instituut te Rome 19, 1938, p. 277- 284.
Crick-Kuntziger 1938d = Note sur les tapisseries de l’Histoire d’Alexandre du Palais Doria, Bulletin van het Belgisch Historisch Instituut te Rome 19, 1938, p. 273-276.
Crick-Kuntziger 1940 = Une tapisserie bruxelloise d’après Jacob Jordaens, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis 12, 1940, p. 116-120.
Crick-Kuntziger 1941 = Remarques nouvelles sur les tentures de Gombaut et de Mancée : la solution d’une énigme, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis 13, 1941, p. 61-65.
Crick-Kuntziger 1942 = La tenture de la légende de Notre-Dame du Sablon, Antwerpen, 1942, 36 p. et 20 pl.
Crick-Kuntziger 1943 = Bernard van Orley et le décor mural en tapisserie, in Ch. Dessart (éd.), Société royale d’archéologie de Belgique. Bernard van Orley 1488-1541, Brussel, 1943, p. 71-94.
Crick-Kuntziger 1944 = Les tapisseries de l’hôtel de ville de Bruxelles, Antwerpen, 1944, 46 p.
Crick-Kuntziger 1947 = Une tapisserie bruxelloise de l’Histoire de Noé, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis IV, 9, 1947, p. 20-27.
Crick-Kuntziger 1948 = La tenture de l’Histoire de Romulus d’Antoine Leyniers, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis IV, 20, 1948, p. 50-78.
Crick-Kuntziger 1949 = Une curieuse tapisserie de la suite bruxelloise de Tristan et Iseut, in Miscellanea Leo Van Puyvelde, Brussel, 1949, p. 320-324.
Crick-Kuntziger 1950 = La tenture de l’Histoire de Zénobie, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis IV, 22, 1950, p. 11-26.
Crick-Kuntziger 1951 = Note sur une tenture inédite de L’Histoire de Phaéton, Belgisch Tijdschrift voor Oudheikunde en Kunstgeschiedenis 20, 1951, p. 127-137.
Crick-Kuntziger 1952 = La Cène de Léonard de Vinci et la tapisserie ‘belge’ aux armes de François Ier, Belgisch Tijdschrift voor Oudheikunde en Kunstgeschiedenis XXI, 1952, p. 113-126.
Crick-Kuntziger 1953a = De quelques tapisseries bruxelloises du XVIIe et du XVIIIe siècles, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis 25, 1953, p. 13-23.
Crick-Kuntziger 1953b = La tapisserie bruxelloise au XVe siècle, in Bruxelles au XVe siècle, tentoonstellingscatalogus, Brussel, 1953, p. 85-102.
Crick-Kuntziger 1954a = Un chef- d’œuvre inconnu du Maître de la Dame à la Licorne, Belgisch Tijdschrift voor Oudheikunde en Kunstgeschiedenis XXIII, 1954, p. 3-20.
Crick-Kuntziger 1954b = Deux tapisseries bruxelloises d’après des cartons de Louis van Schoor, Bulletin van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis 26, 1954, p. 98-106.
Crick-Kuntziger 1954c = La tenture de l’Histoire de Jacob, d’après Bernard van Orley, Antwerpen, 1954, 47 p. et 31 pl.
Crick-Kuntziger 1956a = Catalogue des tapisseries (XIVe au XVIIIe siècle). Musées Royaux d’Art et d’Histoire de Bruxelles, Brussel, 1956, 94 p. et 120 pl.
Crick-Kuntziger 1956b = Bernard van Orley. La tenture de l’Apocalypse, Antwerpen, 1956, 71 p. et 20 pl.
Crick-Kuntziger l959 = Les métamorphoses d’Ovide tissées dans deux manufactures bruxelloises, in Het Herfsttij van de Vlaamse tapijtkunst/La tapisserie flamande aux XVIIe et XVIIIe siècles, congresverslagen (Brussel, 8-10 october l959), Brussel, 1959, p. 41-51.
Bibliografie over de auteur
Calberg 1966 = M. Calberg, Marthe Crick-Kuntziger (Liège 1891 – Bruxelles 1963), Belgisch Tijdschrift voor Oudheidkunde en Kunstgeschiedenis 35, 1966, p. 112-115.
De Borchgrave d’Altena 1957 = J. De Borchgrave d’Altena, Madame Crick-Kuntziger, conservateur honoraire, Bulletin van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis 29, 1957, p. 126-130.
Duverger 1965 = J. Duverger, ‘In Memoriam Marthe Crick-Kuntziger, Artes Textiles. Bijdragen tot de geschiedenis van de tapijt-, borduur- en textielkunst VI, 1965, p. 5-9.
Marcus-de Groot 1999 = Y. Marcus-de Groot, ‘Geen mooier studievak voor een vrouw dan de kunstgeschiedenis’. Vrouwelijke kunsthistorici en hun aandeel in de traditie, in Van der Stighelen Katlijne and Westen, Mirjam (eds.), Elck zijn Waerom, Gent, Ludion,1999, p. 109.
Marcus-de Groot 2003 = Y. Marcus-de Groot, Kunsthistorische vrouwen van weleer. De eerste generatie in Nederland vóór 1921, Hilversum, 2003, p. 170-172.
Squilbeck 1963 = J. Squilbeck, Mme Lucien Crick, née Marthe Kuntziger, Liège 2 avril 1891 – Bruxelles 30 mai 1963, Bulletin van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis 35, 1963, p. 135-137.
Bronnen en archieven
- Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, De Haag (NL-HaRKD)
- Collectie beeldocumentatie wandtapijten waarin opgenomen de collectie Duverger (huidige inventaris)